Hoe organiseren we ruimtelijke planning op rijksniveau? Daarover debatteerde Ekistics op 7 september 2013. VROM is er immers al lang niet meer. Het onderdeel “Ruimte” is niet meer prominent aanwezig in de titel van een ministerie. Hij of zij die gaat zoeken waar “Ruimte” is gebleven moet het doen met een DG ruimte en water binnen I&M. Deze ontwikkeling is op twee manieren te interpreteren.
Ten eerste, het is te zien als een stap terug in de tijd. De nadruk wordt weer gelegd op sectoraal doen en denken, en ook nog eens selectief (nadruk op infra en milieu), terwijl we eigenlijk steeds meer integraal willen werken. Ook op rijksniveau. Vanuit het vakgebied wordt er niet voor niets veelvuldig geroepen om een integrale visie op ruimtelijke ontwikkeling, of geklaagd dat deze ontbreekt. Echter, met de ingezette trend is het opstellen van een integrale visie op ruimtelijke ontwikkeling verder weg dan ooit. Daarom: er moet een kentering plaatsvinden. Er moet een ministerie Ruimte komen!
Ten tweede, het is te zien als een stap voorwaarts. Je kan ook stellen dat ruimtelijke planning langzaamaan ten onder gaat aan zijn eigen succes. Dat ruimtelijke planning inmiddels een intrinsiek onderdeel is geworden van de overheidscultuur, geïntegreerd in andere sectoren, en zodoende overbodig geworden als ‘eigen sector’. Of ruimtelijke planning nu is ondergebracht in een DG ruimte en water, VROM of een miniserie voor de leefomgeving, het maakt niet uit. Namelijk, wat het ook wordt: een afdeling ruimte moet een netwerkorganisatie zijn, een institutie die (individuele, sectorale) inhoudelijke kennis en ervaring bijeenbrengt – waarbij werknemers met opgedane kennis weer uitvliegen naar de sector.
De discussie ging los aan de hand van de stelling: Het is een zege voor de planologie dat er geen ministerie voor ruimtelijke planning is. Binnenkort staat hieronder een verslag van de discussie!